Jurering

Voor de FEIF-proeven zijn juryrichtlijnen geschreven, de FEIF Sport Judges Guidelines. In de beoordeling staat de harmonie tussen ruiter en paard centraal.

De proeven worden beoordeeld door drie tot vijf juryleden, die onafhankelijk van elkaar een beoordeling geven.

Omdat er aan elk onderdeel van een proef andere eisen worden gesteld, zijn de richtlijnen ook voor elk onderdeel apart beschreven. Ze zijn te vinden in de Sport Judges Guidelines van 2018.

 Er wordt gekeken naar de volgende punten:

  • Rijvaardigheid en connectie
  • Takt en balans
  • Souplesse en ontspanning
  • Houding en beweging
  • Correctheid en precisie in de uitvoering van de oefening

Voor elk van deze onderdelen zijn zogenoemde firewalls opgesteld. Dit houdt in dat een tekortkoming op een onderdeel er niet toe kan leiden dat een ander onderdeel deze tekortkoming compenseert.

Aan de hand van deze FEIF richtlijnen krijgt elk onderdeel van een proef een cijfer tussen 0 en 10, waarbij halve punten gegeven mogen worden. Het gemiddelde van alle onderdelen levert een eindcijfer (afgerond op 1 decimaal) per jurylid. Het gemiddelde van de eindcijfers van de juryleden vormt het uiteindelijke cijfer. Bij vijf juryleden vervallen de hoogste en laagste score.

 

 

 [m b1]link invoegen)